Over darmen, Crohn, colitis en prikkelbare darm

Bij een chronische darmontsteking is een deel van de darm gedurende lange tijd of zelfs levenslang ontstoken. De ernst van de symptomen verschilt per persoon. Sommigen ervaren voortdurend ernstige klachten terwijl anderen slechts af en toe last hebben of veel minder klachten ervaren.

In Nederland zijn ongeveer 89.000 mensen gediagnosticeerd met een chronische darmontsteking, en elk jaar komen er ongeveer 2.500 nieuwe patiënten bij.

Wat is het verschil tussen de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa?

Verloop van de ziekte

Het verloop van de ziekte verschilt ook per individu. Sommige mensen blijven jarenlang symptoomvrij en ervaren dan plotseling weer klachten. Anderen hebben slechts één of twee keer last van symptomen en daarna nooit meer. Het is dus niet te voorspellen hoe de ziekte zich bij een specifiek persoon zal ontwikkelen.

Inflammatory Bowel Disease

De overkoepelende term die tegenwoordig vaak wordt gebruikt voor chronische darmontstekingen is Inflammatory Bowel Disease (IBD). Hiermee verwijzen we naar de twee meest voorkomende vormen van chronische darmontstekingen: de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. Beide aandoeningen kenmerken zich door ontstekingen in een deel van de darmen, hoewel de symptomen op elkaar lijken, zijn er ook verschillen.

De ziekte van Crohn

De ziekte van Crohn kan zich voordoen in elk deel van het spijsverteringskanaal, van de mond tot de anus. Gezonde en ontstoken gebieden wisselen elkaar af.
De ontstekingen (zweren) gaan dieper dan bij colitis ulcerosa. Bovendien kunnen er onnatuurlijke verbindingen of kanaaltjes ontstaan tussen verschillende delen van de darm of tussen de darm en de huid, die fistels worden genoemd. Daarnaast kunnen er vernauwingen optreden in de darmen.

Gezonde en ontstoken gebieden wisselen elkaar af.

De ontstekingen vormen een aaneengesloten, ontstoken gebied.

Colitis Ulcerosa

Colitis ulcerosa komt uitsluitend voor in de dikke darm. De zweren zijn oppervlakkig en leiden vrijwel nooit tot fistels. Er zijn bijna nooit vernauwingen in de darmen en de ontstekingen vormen een aaneengesloten, ontstoken gebied.

Prikkelbare darm

Het Prikkelbare Darm Syndroom (PDS) of Irritable Bowel Syndrome (IBS) wordt gekenmerkt door een verstoring van de functie van het maag-darmkanaal, met name van de dikke darm.

Het betreft een veelvoorkomende chronische darmaandoening die naar schatting bij meer dan 10% van de Nederlandse bevolking voorkomt. In het geval van PDS vertoont de darm overmatige of juist onvoldoende bewegingen, wat kan leiden tot diarree of obstipatie.

Ongeveer 60% van de mensen met PDS ervaart extra gevoeligheid van de zenuwen in de darmwand. PDS wordt steeds vaker beschouwd als een verstoring in de communicatie tussen de hersenen en de darmen, waarbij verstoorde signalen van de darmen naar de hersenen worden gezonden, en vice versa.

De meest voorkomende klachten bij PDS


Buikpijn
– Buikkrampen 
– Problemen met de ontlasting
– Een opgeblazen buik

Winderigheid door gasvorming

Mensen met PDS ervaren vaak diarree of juist verstopping. Een ontlastingspatroon waarbij diarree en verstopping elkaar afwisselen komt ook voor. Buikpijn staat bovenaan bij PDS.

Wanneer spreek je daadwerkelijk van PDS?

De diagnose PDS wordt alleen gesteld als er geen structurele of biochemische verklaring voor de symptomen is te vinden! Vaak wordt er te snel een stempeltje ‘prikkelbare darm’ aan een situatie gegeven.

Er kan namelijk iets heel anders of zelfs meer aan de hand zijn. De conclusie ‘prikkelbare darm’ kan je eigenlijk pas trekken nadat  je een heel scala aan onderzoeken hebt gedaan om andere dingen uit te sluiten.
Op basis van een aantal bezoeken aan de huisarts, zonder dat er uitgebreid onderzoek is verricht, mag PDS nooit de directe diagnose zijn. En laten we wel zijn; dat dit vaak gebeurt, is ergens ook niet gek. Er moet veel bekeken worden, dat kost naast geld erg veel tijd en die is er met de huidige druk op het zorgstelsel niet altijd. 

CRITERIA
Voor de diagnose PDS moet formeel gebruikgemaakt worden van bepaalde criteria, de zogenaamde Rome IV criteria. Die luiden als volgt:  

  • De symptomen moeten langer dan 6 maanden bestaan
  • De patiënt moet gemiddeld minstens 1 dag per week in de afgelopen 3 maanden buikpijn hebben gehad
  • En de patiënt moet tenminste 2 van de volgende 3 symptomen hebben:
    • De buikpijn is gerelateerd aan de ontlasting
    • Een verandering van de frequentie van de stoelgang: diarree of obstipatie
    • De vorm van de stoelgang is veranderd: te hard of te waterig

Wat er aan de hand kan zijn?

Voordat je tot de conclusie PDS kan komen, moet je nagaan of er niet mogelijk sprake is van (onder andere) onderstaande oorzaken:

  • Maag(zuur)problemen – een tekort aan maagzuur wordt vaak verward met een teveel aan maagzuur. Niet gek, want de symptomen lijken op elkaar. Ga je dan met maagzuurremmers aan de slag, dan raak je van de regen in de drup en worden de problemen mogelijk juist erger.
  • Leaky gut, ofwel hyperpermeabele/lekkende darm
    Kort door de bocht: hiervan kan sprake zijn als de darmen en met name het darmslijmvlies niet in goede conditie is en stoffen door de darmen laat die niet buiten de darmen horen. Lees er hier meer over.
  • Parasitaire belasting – Parasieten worden regulier met de PCR-methode niet ten volle getest. Vaak worden  slechts de 5 meest voorkomende onderzocht, maar er zijn er zeker 16 te testen! Super als regulier naar de meestvoorkomende wordt gekeken, maar komt daar niets uit, dan sluit dat niet uit dat er niet tóch een parasiet aanwezig is.
    Zelf test ik met laboratoria die een andere methode toepassen (TFT of C-FISH-analyse) waarbij ook minimaal 12 parasieten bekeken worden.
 
  • Voedingsintolerantiesniet te verwarren met allergieën. Regulier worden met name de allergieën getest (IgE). Dit zijn fysieke reacties die direct of in ieder geval binnen 2 tot 8 uur optreden.
    Het zijn daarentegen de intoleranties (IgG – IgG4) die de sluimerende rotzakken zijn. Intoleranties zorgen voor een reactie die wat later komt, daarom moeilijker te achterhalen is, en op lange termijn problemen kunnen veroorzaken. 
    Test intoleranties liever niet op eigen houtje: als je op basis daarvan bepaalde voeding gaat mijden kom je mogelijk bepaalde voedingsstoffen tekort waardoor je op termijn van de regen in de drup komt en meer/andere klachten ontwikkelt.
 
  • SIBO – een overgroei aan bacteriën in de dunne darm.
 
  • Verstoorde functie van de pancreas – ofwel de alvleesklier. De alvleesklier moet enzymen aanmaken (schaartjes die jouw voeding ‘opknippen’ om ze te kunnen verteren) en het komt voor dat er van bepaalde enzymen niet voldoende aanwezig zijn. 
    Is dat bijvoorbeeld het geval bij enzymen die eiwitten moeten ‘knippen’, dan kan het zijn dat je ontlasting enorm sterkt ruikt naar rotte eieren.

     

  • De leverfunctie en galblaas – wordt er bijvoorbeeld voldoende gal geproduceerd en aangevoerd? Belangrijk voor o.a. de vetvertering. 
 
  • Hormonale onbalans, al dan niet veroorzaakt door een dysbiose in de darm of schildklierproblemen.
 

Deze lijst is niet volledig, er kan veel meer bekeken worden. Wil je meer informatie? Plan dan hier een gratis informatie call in.